De mannen van Pointe du Hoc
Als onderdeel van Operation Overlord, D-day, 6 juni 1944, hadden 225 US Rangers de spectaculaire taak gekregen de artilleriebatterij van Pointe du Hoc te veroveren. Deze bevond zich op een in zee uitstekende rots tussen de aanvalssectoren Utah en Omaha. De artillerie had hier een strategische positie, waarbij het zowel oost- als westwaarts een schootsveld had van ruim 20 km. Hierdoor vormde het een grote bedreiging voor de duizenden geallieerde landingstroepen. De Rangers stonden voor de uiterst riskante en belangrijke taak de 30 meter hoge rotsen te beklimmen en de Duitse verdedigingswerken uit te schakelen.
In de ochtend van 6 juni 1944 voeren de 225 soldaten van de US 2nd Ranger Bataljon op 12 landingsvaartuigen en 4 amfibische vrachtwagens naar Pointe du Hoc. De uitkomst van de operatie was alle behalve zeker, maar het belang om de 155 mm kanonnen uit te schakelen was groot. Onder leiding van robuuste kolonel James Rudder hadden de mannen lang geoefend op het eiland Wight, ten zuiden van Southampton. Als alles vlekkeloos zou verlopen, zouden de soldaten na de landing de verticale rotsen beklimmen, de verdediging uitschakelen en de kanonnen vernietigen, zonder daarbij veel verliezen te lijden. De realiteit bleek echter moeizamer dan de beschrijving.
Door de sterkte branding en hoge golven, een stuk voor de kust, sloeg een schip om waarbij slechts één soldaat het overleefde. Een tweede boot trof hetzelfde lot. Eenmaal dichterbij werden de Rangers hevig onder vuur genomen door de Duitsers bovenop de rotsen, waardoor 15 Amerikanen gedood werden. Het beklimmen van de rotsen ging even moeizaam. Een groot deel van de door het water verzwaarde kabels met enterhaken vielen terug of werden verkeerd bevestigd, waardoor de klim naar boven werd bemoeilijkt. Een aantal Rangers probeerden met blote handen de natte rotsen te beklimmen. Hierbij vielen ze soms ruggelings naar beneden of verwondden ze zich anders. Toch bereikten de meeste soldaten binnen enkele minuten de top. Kolonel Rudder’s commandopost werd geïnstalleerd en de soldaten – op dat moment nog zo’n 170 man – maakten zich klaar voor het tweede deel van de operatie: het oversteken van het voor hen liggende maanlandschap en het uitschakelen van de Duitse verdediging. Dit tweede deel zou echter aanzienlijk bloediger verlopen dan het eerste deel.
Urenlang werd gestreden, waarbij de Rangers van krater naar krater steeds dichterbij hun doelwit kwamen. Echter: eenmaal aangekomen bij de bunkers bleken de kanonnen uit voorzorg door de Duitsers te zijn verplaatst. Een stuk verderop werden ze alsnog gevonden en onschadelijk gemaakt. In deze paar uur doken in tunnels en op onverwachte plekken aldoor Duitse soldaten op die de Rangers onder vuur namen. Hierbij werden veel Amerikanen gedood of verwond. Pas rond het middaguur slaagde kolonel Rudder erin een radiobericht te verzenden:
… aangekomen op Pointe du Hoc – missie volbracht – munitie en versterkingen nodig – zware verliezen…
Na dit bericht werd het er niet makkelijker op voor de Rangers. Tijdens tegenaanvallen van de Duitsers werden ze verschillende keren onder vuur genomen, waarbij ze werden teruggedrongen naar de rand van de rotspartij. Op 8 juni kwam versterking vanaf Omaha en werden ze afgelost. Van de 225 Rangers waren op dat moment nog slechts 90 soldaten slagvaardig. 80 Amerikanen waren tijdens de operatie gedood.
De aanval als onderdeel van Operation Overlord
De kanonnen die moesten worden vernietigd waren onderdeel van de batterij van Longues-sur-Mer. Deze was onderdeel van de Atlantikwall: de verdedigingslinie die Hitler vanaf 1941 liet bouwen aan de Atlantische kust. Het was een project waarbij over meer dan 5000 km kustlijn verdedigingswerken moesten worden gebouwd, om zo van het vaste land van West-Europa een onneembare vesting te maken. Toen de geallieerde troepen hadden besloten aan de Normandische kust binnen te vallen, werd de artilleriebatterij van Pointe du Hoc een cruciaal punt. Niet alleen konden vanaf dit punt de gehele Amerikaanse aanvalssectoren Utah en Omaha worden gebombardeerd, ook schepen op zee konden onder vuur worden genomen. Het verdere verloop van D-Day was voor een groot deel afhankelijk van deze operatie.
Ter ere van de 225 Rangers werd op Pointe du Hoc door Frankrijk een monument geplaatst, welke in 1979, tezamen met het grondgebied eromheen, werd overgedragen aan de Amerikaanse regering. Tegenwoordig is het gehele gebied vrij toegankelijk. Het kraterlandschap is nog even duidelijk te herkennen als op 6 juni 1944.
In 1984 was er, 40 jaar na de operatie, een bijeenkomst voor het monument. President Reagan hield hier een speech waarbij de heldendaden van de Rangers werden herdacht:
[…] and the American Rangers began to climb. They shot rope ladders over the face of these cliffs and began to pull themselves up. When one Ranger fell, another would take his place. When one rope was cut, a Rangers would grab another and begin his climb again. They climbed, shot back, and held their footing. Soon, one by one, the Rangers pulled themselves over the top, and in seizing the firm land at the top of these cliffs, they began to seize back the continent of Europe.