Dubrovnik: brug tussen oost en west

Door: Herman van der Werf    |    13 februari 2023

Toen in 1453 Constantinopel werd veroverd door sultan Mehmet II (1432 – 1481) kwam het oosten van het Middellandse Zeegebied in handen van de Ottomanen. Het westen was grotendeels in handen van christelijke vorsten. Ondanks dat de sultan aspiraties westwaarts had, bleef lange tijd deze tweespalt in de mediterrane wereld. Te midden van deze strijd was het belang van neutrale handelssteden groot, want de strijdende partijen wilden ook van elkaars culturen leren en producten importeren. Dubrovnik was zo’n handelsstad. Waar steden als Venetië in moeilijkheden kwamen door de Ottomaanse expansie, daar floreerde het neutrale Dubrovnik. Hoe kon deze stad eeuwenlang haar welvarende positie behouden?

Door de vroege dood van Mehmet II stopte de Ottomaanse opmars richting West-Europa, maar de twee tegenpolen bleven in de vroegmoderne periode bijna continu in strijd met elkaar. Hoewel dit voor spanningen zorgde in het mediterrane gebied, waren er in de tweede helft van de 16e en de gehele 17e eeuw weinig territoriale veranderingen vergeleken met de eeuwen daarvoor. In deze impasse schreef de reiziger Evliya Çelebi (Istanbul, 25 maart 1611) over zijn ervaringen tijdens zijn reizen door de Ottomaanse en deels christelijke wereld. Tijdens zijn verblijf in Dubrovnik schreef hij over de stad: ‘een machtige en sterk beveiligde stad; een stad aan alle kanten omringd door muren en beschermd door 47 torens met kanonnen; een stad die zicht heeft over de gehele Golf van Venetië; een stad die nooit is veroverd door haar vijanden.’[1] Deze omschrijving ondersteunt het gegeven dat Dubrovnik een christelijke enclave was tussen het bovenal Ottomaanse achterland.

Een belangrijk aspect aan de stad, de markt, werd door Çelebi niet overgeslagen: ‘Tussen de winkeliers, wiens winkels en kramen zich goed geordend in de stad bevonden, waren lakenhandelaren, juweliers, houtdraaiers, ijzerhandelaren, flessenmakers en meer.’[2] Hier werkten voornamelijk christenen, maar tussendoor stonden huizen van infidels. Dit waren niet-christelijke mensen, in de meeste gevallen Ottomanen.[3] De Ottomanen speelden vanaf de 14e en 15e eeuw een steeds grotere rol in het christelijke Dubrovnik. In deze periode kregen ze steeds meer van het voorheen orthodoxe achterland van de stad in handen. Hiermee kreeg het katholieke Dubrovnik steeds meer te maken met oosterse invloeden. Hoewel deze positie aan het front van de confrontatie tussen culturen wel degelijk gevaren met zich meebracht, wist Dubrovnik hier haar voordeel uit te halen.

Zowel de christenen als de Ottomanen hadden belang bij de handelscontacten en de rijkdom die de stad voortbracht, maar ook bij de kennis en technologie die via de stad werden uitgewisseld. De stad sloot overeenkomsten met de Ottomanen in 1442 en 1458. Dankzij deze verdragen kon Dubrovnik rond 1481 een vast handelsnetwerk opzetten in het kustgebied van de Balkan, waardoor het meer in contact kwam met de cultuur van de Ottomanen die het gehele achterland in bezit hadden. Door deze overeenkomsten met de Ottomanen werd trouw gezworen aan de sultan, maar behield Dubrovnik wel haar rechten en vrijheden. Eenzelfde soort contacten en overeenkomsten werden gesloten met bijvoorbeeld de Venetianen en de Habsburgers.

Dubrovnik

Na de dood van Mehmet II kreeg het Ottomaanse Rijk weer stabiliteit onder sultan Bayezid II en Selim I in het begin van de 16e eeuw. In deze periode profiteerde de handel Dubrovnik veel. Halverwege deze eeuw, waarin de Ottomanen opnieuw meermaals in conflict raakten met christelijke machten, beleefde Dubrovnik een periode van vrede. Tijdens de strijd op Cyprus in 1570-1573 profiteerde Dubrovnik van de Ottomaanse verovering van het eiland op Venetië. Hierdoor breidde de handel zich meer uit naar het oosten. Dit groeiende handelsnetwerk van de steeds machtiger wordende concurrent was een doorn in het oog van de Venetianen. Dubrovnik was inmiddels een sterke macht in de Golf van Venetië geworden. Het handelsmonopolie dat Venetië had in de Golf kwam in gevaar, zo bleek ook uit deze orders van een Venetiaanse zeecommandant: ‘Versla en beschadig alle Ragusanen [Ragusa was de westerse benaming voor Dubrovnik] op zee en geef de Kroatische en Nederlandse troepen toestemming om ditzelfde te doen op land. […] Laat uw soldaten al hun wijngaarden verwoesten en verwoest al hun bezittingen.’[4] Dubrovnik kreeg nu te maken met een sterke vijand en zocht daarom steun bij de Ottomanen. In 1618 riep de sultan de republiek Dubrovnik uit als een Ottomaanse vazalstaat waardoor uiteindelijk de Venetianen zwichtten.

Zo balanceerde de stad eeuwenlang behendig tussen de machtige staten om haar heen. De diplomatieke bekwaamheid van de handelaren zorgde ervoor dat de spanningen die ontstonden binnen de ongelijk georiënteerde bovenlaag van de bevolking nooit een echte bedreiging vormde. De producten en vooral ook de kennis die via de handelsstad werden doorgespeeld waren voor zowel Oost en West van cruciaal belang. Op deze manier dwong Dubrovnik respect af en kon de stad haar vrijheden bewaren. Totdat de stad in 1667 door een aardbeving werd getroffen, was de unieke positie te waardevol, voor zowel Oost als West, om op te heffen.

 

[1] Evliya Çelebi, An Ottoman Traveller: Selections from the Book of Travels of Evliya Celebi, vert. Robert Dankoff en Kim Sooyong (Londen: Eland Publishing Ltd, 2010), 201.
[2] Idem, 204.
[3] Zsolt Hunyadi en József Laszlovszky, The Crusades and the Military Orders: Expanding the Frontiers of Medieval Latin Christianity (Boedapest: Central European University Press, 2001), 176-178.
[4] Radovan Samardžić, Veliki vek Dubrovnika (Belgrado, 1962), 82-83.


© 2024 The Other Day | privacybeleid | contact